Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de HEERE zal antwoorden en tot Zijn volk zeggen: Ziet, Ik [65]zend ulieden het koren, en den most, en de olie, dat gij [66]daarvan verzadigd zult worden; en Ik zal u [67]niet meer overgeven [tot] een [68]smaadheid onder de heidenen. 65. Dat is, zal haast geven, beschikken, maken dat gij het hebben zult. 66. Dat is, van elk genoeg zult hebben, tot uw levensonderhoud en verkwikking, of vrolijk gebruik. 67. Versta onder voorwaarde van gehoorzaamheid. Of, wijders, voortaan niet stellen, enz. Dat is, Ik zal niet voortvaren aldus te plagen. Verg. dit antwoord van God met het gebed in vs.17. 68. Waarvan vs.17. Verg. Ezech.36:29,30.